Kennismaken met

Kennismaken met

 

We praten met taalcoach Dorota Bresser en Öz. We hebben geluk, want de vrouw des huizes was de vorige dag jarig en we werden getrakteerd op een heerlijk stukje taart. Een betere start kun je je niet wensen!

Öz vertelt: “Ik ben geboren en getogen in Ankara en heb in totaal 19 jaar onderwijs gevolgd. Afgestudeerd en mijn master gehaald in de menswetenschappen. Kortom… een brede opleiding. Mijn ouders wonen nog steeds in Ankara evenals mijn zus. Mijn broer woont ook in Nederland. Ik heb regelmatig contact met de familieleden in Ankara. Tot mijn grote vreugde is vorig jaar mijn moeder op bezoek geweest in Nederland. Een fijne tijd!

Ik wilde in mijn vaderland niet leven in permanente angst en ben naar Nederland gekomen om een nieuw leven op te bouwen. Gevraagd naar zijn eerste indrukken van Nederland antwoordt hij, dat de bruisende stad Amsterdam met zijn vele fietsen diepe indruk op hem maakte en het moeten wennen aan de verschillende seizoenen. In Turkije zijn de familiebanden veel sterker dan in Nederland. Je kunt hier een rustig leven leiden zonder veel stress. Nederlanders zijn individualistischer ingesteld. Ze komen vrolijk en blij over. Ik zie weinig armoede. Nederlanders gaan wel veel op vakantie.

Na de eerste algemene indrukken van Nederland kom je vanzelf in de ‘harde’ werkelijkheid terecht. Ik heb in 5 verschillende asielcentra gezeten, waar je nauwelijks privacy kent. Eigenlijk kun je spreken van verloren maanden, waarin je geen taalles krijgt, omdat je geen status hebt. Ik ben zelf maar een cursus Engels gaan volgen om me beter verstaanbaar te maken. Het leren van de Nederlandse taal, waar ik veel later mee begonnen ben, valt niet mee. Totaal anders dan de Turkse taal.

Na mijn officiële status kwam ik in Gouda terecht. Wat een heerlijk gevoel was dat! Eindelijk kan ik stappen zetten op weg naar een nieuw leven. Vluchtelingenwerk Nederland heeft mij de eerste tijd erg goed geholpen om inzicht te krijgen in allerlei praktische zaken. Ik heb het mij toegewezen huis helemaal opgeknapt en we zijn zeer tevreden met het huis en de omgeving waarin we wonen. Ik heb goed contact met de buren en soms met landgenoten.

Ik ga drie dagdelen naar school (online) en krijg gelukkig les in een klein groepje van 4. Ik vind eigenlijk dat het tempo in de groep te hoog is. Er moeten drie boeken doorgewerkt worden. Er wordt weinig geoefend en herhaald. Ik ben in oktober 2021 gestart op A0-niveau en heb nu B1 afgerond en wil verder gaan met B2.

Ik heb om een taalcoach gevraagd, omdat ik dan goed kan oefenen in spreken. Ik krijg door veel interactie veel meer mogelijkheden om de taal te leren. Het is eigenlijk een soort privéles. Er is ook meer tijd om gericht te oefenen. Ik oefen veel met de boeken van Taalkoppels en we praten veel over cultuurverschillen en hoe je daar mee om moet gaan.

Ik had een goed leven in Turkije, maar moest daar helaas weg. Teruggaan naar Turkije is nu geen optie. Wie weet, als alles in de toekomst goed gaat, ga ik mijn land weer bezoeken. Ik heb nagedacht over het land, waar ik zou willen wonen. Eigenlijk was Nederland het land waar ik naar toe zou willen. Ik heb voor Nederland gekozen: een vrij land met weinig discriminatie, goede sociale contacten en heel veel mensen spreken hier Engels. Er is hier aandacht voor alle lagen van de bevolking. Ik ben hier altijd goed geholpen en wil graag een bijdrage leveren aan de Nederlandse maatschappij.”

Een paar vragen ook voor Dorota, de taalcoach van Taalkoppels. Je bent zelf eigenlijk ook een beetje een inburgeraar, want je bent geboren en getogen in Polen. Hoe ging dat indertijd? “Ik kwam 40 jaar geleden naar Nederland en je moest alles zelf uitzoeken. Een inburgeringscursus bestond toen nog niet. Door zelfstudie en met hulp van mijn echtgenoot heb ik de taal geleerd. Samen de krant lezen b.v. Door middel van cursussen en volwasseneneducatie ben ik de taal machtig geworden. Sterker nog …. ik ben een echte taalnerd geworden!”

Wat trekt je aan in het taalcoachwerk? “Als taalnerd geeft het me veel plezier om anderen de Nederlandse taal te leren. Je bent samen bezig, er is veel interactie en er kunnen over en weer vragen worden gesteld. Ik bereid elke sessie heel goed voor met de boeken van Taalkoppels of op mijn eigen manier, maar soms loopt het heel anders en komen er allerhande andere vragen, die ik moet beantwoorden. Ik voel me een deel van het gezin en besteed vaak meer tijd dan de ‘twee uur’. In de vakantie speel ik graag spelletjes met de kinderen. Telkens ga ik weer blij naar huis. Dit werk geeft me veel voldoening.”

Hebben jullie nog een goed advies voor de wethouder of de minister? “Het zou goed zijn, als asielzoekers taalles krijgen vanaf het moment, dat ze zich in hun eerste AZC hebben gevestigd zonder te wachten op het verkrijgen van een verblijfsvergunning. Er gaan maanden verloren met niets doen en het opbouwen van frustratie.”